Bepaalde Zeebrugse stouwersbedrijven lijken een nieuwe trend ingezet te hebben om de wet op de havenarbeid te fnuiken. Door het centraliseren van hun activiteiten op een beperkt aantal kaaien hebben deze stouwersbedrijven een aantal concessies op “overschot”. Deze concessies worden dan op hun beurt verhuurd aan allerlei bedrijven waarvan de activiteiten onder andere paritaire comités vallen. Op die manier wordt het “dokwerk” uiteindelijk beperkt tot het lossen en laden van schepen.
Na Sea Ro, die haar concessie aan het Albert-II dok verhuurde aan het Deense bedrijf Vestas (voor de montage en het verschepen van windmolens), heeft ICO de concessie van haar voormalig invoegbedrijf APZ verhuurd aan het bedrijf Progeco. Dit bedrijf zal er beschadigde containers herstellen met arbeiders die resorteren onder het paritair comité van het metaal. Het laden en lossen van deze containers zou gebeuren door arbeiders die niet onder het paritair comité van de haven vallen.
Deze trend baart zorgen bij de dokwerkers. De havenarbeiders uit Zeebrugge hebben in het verleden, onder zeer duidelijke voorwaarden, allerlei activiteiten (PDI-activiteiten, opslag van goederen in vriesloodsen,..) met toegevoegde waarde op de kaaien getolereerd. De spectaculaire groei van de laatste jaren in de tewerkstelling van havenarbeiders van het algemeen en logistiek contingent in de haven van Zeebrugge, bewijst dat dit de juiste beslissing was. Maar er zijn grenzen… Het laden en lossen van containers op een schip, trein of vrachtwagen in een havengebied, zal steeds het werk blijven van havenarbeiders van het algemeen contingent.
Wordt vervolgd.
