De vissers mogen het volgende jaar in vergelijking met 2010 minder vis vangen in de Noordzee en de Noord-Atlantische Oceaan. Dat hebben de Europese ministers bevoegd voor Visserij na een marathonvergadering beslist. Toch reageren zowel minister-president Kris Peeters die de vergadering voorzat, als de Rederscentrale positief. “Het voorstel bevat perspectieven voor de Vlaamse visserij”, aldus Peeters.
In 2011 zullen de Europese vissers 20 procent minder kabeljauw en 13 procent minder zalm mogen vangen. Voor haring en schol worden de quota verhoogd met respectievelijk 22 en 15 procent. De visserijministers hebben bij hun beslissing rekening gehouden met de wetenschappelijke inzichten over het behoud van het visbestand. Ze hadden ruim twee dagen nodig om tot een akkoord te komen.
Belgische vissers vangen vooral tong en schol. “De bestanden van die vissoorten in de Noordzee doen het niet slecht, onder meer door de inspanningen die ook de Belgische vissers doen om duurzamer te vissen”, stelt Peeters.
Ook de Rederscentrale reageerde positief op het akkoord. “De details van de overeenkomst moeten nog nauwkeurig berekend worden, maar het ziet er naar uit dat de totale hoeveelheid die de Vlaamse vissers in 2011 mogen vangen, er met één procent op vooruitgaat ten opzichte van 2010. Een resultaat om het volgende jaar op een positieve manier aan te vangen”, zegt directeur Emiel Brouckaert.
Naast de gevoelige quotadaling voor kabeljauw is ook de verdere vermindering van de toegestane vistijd op zee, een minder positief punt voor de Vlaamse vissers. “Door de vlootafbouw in Vlaanderen is er echter wel wat ruimte vrijgekomen voor de resterende vaartuigen, zodat ook hiermee kan rekening gehouden worden”, besluit de Rederscentrale.
Bron
